Het was zo’n maand van beginnen. Ik voegde het woord toe aan mijn stenenverzameling.
Na alle open ruimte van januari kwamen er dingen op gang en in vorm. Zoals die krokussen op het pleintje bij mijn kantoor. Eerst nog onzichtbaar, toen wat schoorvoetend, en toen ineens een veld vol. Gewoon vanzelf. Ik genoot ervan.
Langzaam maar zeker druppelden er opdrachten binnen. Hoi werk. Hoi nieuwe dingen opstarten.
En tegelijk was mijn agenda rustig genoeg om vertrouwd te raken met een nieuw ritme. Elke ochtend mediteren en driemaal per week een rondje rennen. Niks groots, maar het werkt. Ik denk omdat het twee uitersten zijn: rust, actie, rust, actie. Door ze allebei een vaste plek in mijn dagen te geven, schiet ik niet zo snel uit.
De dagen werden langer, het licht nam toe. En zo voelde het ook. Alsof ik een nieuwe ruimte betrad, die lichter en opener was. Helderder ook. De zon scheen vaak en vol.
En tegelijk was het allemaal ook nog zo zoekend, zo open. Niks liet zich vangen of vastzetten.
Er was een retraite. Vier dagen met de groep van mijn opleiding de stilte in. Jeetje wat een cadeau. Alles werd zacht en stil. Als er niets meer is, wat is er dan? Het antwoord was lichter dan ik had voorzien. Nieuwe ruimte.
En er reisde zachtjes een vraag me met mee. Het was fijn om er licht op te laten schijnen en tegelijk het antwoord open te laten.
En ook in mijn agenda was er nieuwe ruimte. Ik had al een poosje niet vooruitgebladerd (oeps), dus ik moest ineens even schakelen. Lichte paniek. Hoe werkt dat ook alweer, zoveel tijd? Wat staat me te doen? Hoe voorkom ik onderprikkeling? Want mijn ziel kan goed fladderen, maar mijn dagelijkse ik behoeft ritme, zachte kaders, genoeg beweging en een beetje uitdaging. De paniek klaarde op en ik brouwde een nieuw ritme voor mijn dagen. Meer rennen en mediteren, de kantoordagen iets minder lang. Fijn wel. Ja, de jas van mijn dagen past me weer.
Dag december. Wat was je lekker vol dit keer. Vol en soms intens en de contrasten groot.
In de wereld was er zoveel lelijks. Het hield me best bezig. En tegelijkertijd was er in mijn eigen kleine leven eigenlijk vooral heel veel moois. Niet te tellen eigenlijk.
Mijn weekenden vulden zich met lieve mensen, feestjes, en ook vaak bezoekjes aan de Dominicus. Bijna elke zaterdag en zondag zat ik met een dankbaar hart in de trein. Want die reed toch wel en nou ja, laten we zeggen dat dat weekendabonnement mijn beste aankoop van het jaar was.
Na elk weekend hield ik een kalmaandag om bij te komen. En soms later in de week nog maar eentje. :-)
soms is zelfs koffie zonder cafeine al genoeg om me op die plek binnenin te krijgen waar het tovert
die plek waar vormen versmelten met kleuren in één gloed met gevoel gevoel dat bruist in mijn buik tintelt in mijn toppen een windstille plek temidden van gedachten
ik neem nog een slok de warmte sijpelt door een woord dat ik nog niet kende maar net geleerd heb nadir
nieuwe luiken gaan open van iets zonder einde van het feit dat er altijd altijd iets te ontdekken is wat ik nog niet wist
er is altijd meer dan ik weet achter elke muur een ruimte waarvan ik het bestaan nooit had beseft hoopvol vind ik dat
hier zit ik omhuld door de zachte ribstof van mijn kleren met een ruimtevaart in mijn binnenste
blijkbaar is er niet veel nodig om door werelden te reizen
een veilige plek om te landen en een slok koffie meer niet
Hé november. Morgen ben je voorbij. Sjonge, stormachtig en wisselvallig was je. Naast alle regenbuien ook zoveel zonnestralen. En regenbogen aan de orde van de dag.
Het woei. Het woei door mijn hoofd en hart. Het woei door het land. Het woei door de wereld.
Ik genoot van herfstkleuren, lieve mensen en kaneelbroodjes.
Nieuwe kerstkaarten kleurden de webshop donkerblauw met geel. Ik zette de winteractie aan. Ik liep wat vaker naar de brievenbus dan de rest van het jaar.
Hoi oktober. Je was een maand vol beweging. Een maand van hup. Niet te bang zijn en gestaag doorgaan. Net zo lang tot de dingen op hun plek vallen.
En dat gebeurde. Dingen vielen op hun plek.
In het opleidingsweekend aan het begin van de maand al. Iets waar ik de afgelopen jaren keer op keer mee worstelde, werd nu helder. Wat een opluchting.
Het gaf me precies het zetje dat ik nodig had om de nieuwe collectie af te maken. Om me niet te laten overweldigen door alle vraagtekens en losse eindjes, maar ze gewoon een voor een af te werken. Tien ontwerpen tegelijk = tien creatieve processen tegelijk, soms vergeet ik dat. En dan het werk erna nog: fotograferen, teksten schrijven, nieuwsbrief maken. Alles kwam goed. Het is fijn om te zien hoe deze nieuwe kaarten nu hun draai in de wereld vinden. Laat ze hun werk maar doen, ik verstuur en kijk toe. Mocht je benieuwd zijn: je vindt ze hier.
Het was september! Maand van laatste restjes zomer. En ook de maand van jarig zijn – 32 rondjes om de zon.
Er was yoga op het strand van Schier, een heel warm weekend lang. Yoga bij zonsopkomst, yoga bij zonsondergang. Zwemmen in een windstille zee, een stiltewandeling op zondag. Door de duinen fietsen met een yogamat vol zand onder de snelbinders van onze gehuurde fietsen. Zand in mijn haar, zand in het huisje, zand in het eten, zand overal.
Ik liet mijn creatieve remmen los en blauwdrukte tot ik een ons woog. Ik leerde mezelf papiersnijden en haalde spullen in huis om linosnedes te maken. Blijkbaar was het tijd voor nieuwe vormen. Mijn laptop begint zich voorzichtig te vullen met nieuwe beelden.
We waren tien (!) jaar getrouwd en aten pannenkoeken om het te vieren. Bijzonder hoe je kunt veranderen in tien jaar en toch ook precies hetzelfde blijft.
Ik leende boeken in de bieb en kocht er per ongeluk ook een paar. Mijn boekenhonger is soms groter dan de tijd die ik maak om te lezen, maar ik wist er toch twee uit te lezen.
September stroomde soms bijna over, met elk weekend de hort op en doordeweeks een creatief proces met weinig houvast. Al aan het begin van de maand besloot ik daarom om instagram even van mijn lijstje te schrappen. Het was precies goed en wat ik nodig had.
Ik hoorde iemand zeggen: “In september lijkt het erop dat alles er al is, maar dat heel weinig op zijn plaats staat. De vormen zijn er, maar het past nog niet.” En zo ervoer ik het ook. Een maand vol losse eindjes. Rommelig en vol schatten.